Hokkenbezoek 2006.
Op zaterdag 1 juli had het bestuur zijn jaarlijkse hokkenbezoek gepland. Ditmaal georganiseerd door Harm Timmer in het noorden van ons land. Het was een zonnige dag en Peter Schramada mocht gezien de afstand al om kwart voor vier de deur uit om mij tegen half acht op te pikken. We ontmoetten Bertus Zomer even na 8.00 uur bij het Mercure hotel in Arnhem en reden via Apeldoorn, Zwolle en Heerenveen naar Leek. Onderweg ging het gesprek vooral over het clubblad waarvan Peter zijn eerste exemplaar als redacteur had uitgebracht. Het viel hem niet mee, vooral ook om de kopij op tijd binnen te krijgen (dus beste lezer....). Nog voor 10.00 uur kwamen we aan bij Dhr. Ottens en werden we ontvangen met koffie en cake. Even later werd Harm Timmer door zijn echtgenote gebracht en na ruim een half uur kwamen Bennie Wittenbernds, Bertie Frenken en Bert Wargerink (ze moesten “omrijden”....., ja, ja). Helaas had Herman Willemsen het te druk met zijn bedrijf en liet verstek gaan. De familie Ottens woonde voorheen in Assen waar ook al kippen werden gehouden, echter alleen voor de aardigheid, en sinds 1977 in een bungalowwijk te Leek. Hier was hij in eerste instantie lid geworden van “t Hollandertje en inmiddels ook van G.P.C. In al die jaren had hij Wyandotte (nu ook wat zwarte Hollandse Krieltjes) variërend in de kleurslagen Columbia, goud blauw- en zwartgezoomd, meerzomig (zilver)patrijs, zilver zwartgezoomd, gestreept en wit. Sinds vorig jaar hebben ook de groten zijn belangstelling in de kleur zilver zwartgezoomd. Hij had dit seizoen totaal zo’n 150 kuikens gefokt. Deze kregen kuikenmeel van GARVO en zogauw de hanen apart gaan wordt voor hen nr. 723 ingekocht. Dat ontlokte bij Bertus de opmerking dat hij alleen de hanen die hij denkt te kunnen inzenden GARVO voorzet en dat al na een maand aan de pootkleur ziet.
De beschikbare ruimte voor de dieren was zeer beperkt: in een houten schuurtje werd ruimte gewonnen door het gebruik van etagehokken. De meeste dieren hadden een rennetje aangrenzend. Ook enkele etagehokken waren buiten naast de schuur te vinden. ’s Zomers werd met gaas een deel van de tuin en tuinpad afgezet om extra loopruimte voor de dieren te creëren. Alvorens te vertrekken (11.30 uur) werd nog de verzameling eierdopjes bewonderd van zijn echtgenote en bij het afscheid beloofde hij nog eens op zoek te gaan naar materiaal voor ons verenigingsarchief.
Het landschap bestond vooral uit weilanden en boerderijen toen we richting Niekerk reden. Hier werden we verwelkomt door de familie Hogewerf. Vader had al zo’n 45 jaar grote zilver zwartgezoomde, later aangevuld met goud zwartgezoomde. Daarnaast heeft hij meerdere soorten fazanten, kwartels en sierduiven. Hij verzorgt het uitbroeden en de opfok gedurende de eerste 5 tot 6 weken waarna de dieren naar Henk gaan. Henk woont in een vrijstaande woning met heel veel ruimte (63 are), vooral grasland afgezet met slechts drie schrikdraden. De discussie ging o.a. over veermijt dan wel veerpikken (de meningen waren verdeeld bij de aangetroffen beschadigde staartveren) en de weinig beschikbare bestrijdingsmiddelen in Nederland (i.t.t. Duitsland). Henk was zo’n 40 jaar geleden begonnen.
Dit jaar waren een 350 kuikens gefokt, naast de reeds genoemde kleuren ook nog in geel witgezoomd en in kriel goud blauwgezoomd. Vader was nog steeds onmisbaar bij de verzorging van de dieren. Ook hier (we hoorden het al vaker) was er dit jaar een opvallend slechte bevruchting (koude voorjaar?). Door de ligging in het open veld was er regelmatig overlast van roofvogels (desondanks was er een valknest geplaatst) en kraaien. De dieren waren verdeeld over een grote schuur met 5 afdelingen (met buitenrennen) en vele etagehokken m.n. voor de hanen, een kleinere schuur met twee afdelingen voor de jonge hennen die naar buiten in de wei konden lopen en bovendien stonden er in de wei nog enkele kleinere hokjes voor een foktoom resp. een stel jonge hanen in gezelschap van een oude haan. De grote schuur werd in het fokseizoen gebruikt voor de foktomen, daarna met de hoge drukspuit schoongemaakt, ontsmet, en gevuld met de jonge aanwas.
Het zag er niet naar uit dat de hobby door de volgende generatie zou worden voortgezet.
We dronken nog wat en werden voorzien van wat lekkere hapjes (later stuurde Henk het recept) en spraken over de heoveelheid kippenvoer die een dergelijk aantal dieren nodig had. In het verleden werd dat per pallet aangevoerd. De krielenfoktoom leverde dit jaar weinig eieren en ook een geringe uitkomst. Ook de toekomst van de Noordshow was onderwerp. De nieuwe hal wordt pas in 2008 opgeleverd? Veel van de organiserende verenigingen willen als tijdelijke oplossing in 2008 niet naar Leeuwarden.
Rond 13.00 uur namen we afscheid en reden via Groningen langs de bloeiende aardappelvelden naar Scheemda. De heer Blik stond ons al op te wachten. Hij fokte alle gezoomde kleurslagen (kriel) en had tijdelijke enkele patrijskleurigen.
Liefst gebruikt hij een donkere fokhaan. In de lange schuur had hij grote etagehokken waarbij de dieren in de ene onderste laag een buitenren hadden. Hierin konden foktomen maar ook opgroeiende kuikens dan wel hanen. Het formaat van de hokken was aan te passen. In de hanenhokken gebruikte hij geen zitstok om ruimte te besparen. Hij fokte steeds één haan met één hen. Vanaf begin oktober gingen bij hem alle dieren naar binnen. Dit jaar had hij zo’n 180 kuikens gefokt (andere jaren ca. 300). Buiten in de lange tuin waren meerdere afdelingen met kort gras dat zoveel mogelijk werd heelgehouden door het gebruik van kunststof gaas dat onzichtbaar in de grond was weggewerkt. Als extra nachthokken gebruikte hij een tweetal kalverkisten. Bij een hen met een wat ingegroeide kamdoorn werd gedemonstreerd hoe je die er uit kon wippen.
Hij was met zijn hobby in 1974 begonnen met goud zwart- resp. blauwgezoomd (geen tentoonstellingsdieren), tussendoor ook nog buff columbia. Door de ophokplicht had hij veel last van staartpikken, vooral de zilver zwartgezoomde bij de goud zwartgezoomde. We lunchten even met lekkere (kippen)soep en brood, ook Henk Hogewerf kwam nog even aan. Tegen half drie vertrokken we richting Winschoten onder (nog steeds) een stralende zon. Hier woont de heer Van Wermeskerken midden in een woonwijk in een samengevoegd dubbel woonhuis. Ondanks de beperkingen van een bescheiden tuin wist hij hier zijn grote Wyandotten en Duitse Schoonheidspostduiven (al vanaf zijn 14e in zijn bezit) te fokken. Hij is gewend om meerdere generaties (vier!) van zijn kleurslagen buff en rood aan te houden; daarnaast had hij dit jaar voor het eerst goud zwartgezoomd in zijn hokken. Bij deze kleurslag viel hem op dat ze zoveel pluis aan de poten hadden. Voorheen waren ook de buff columbia (in de creatie daarvan heeft hij veel tijd gestoken) in zijn hokken. Totaal waren er een tiental afdelingen, allemaal binnenhokken, met nog enkele etagehokken. De dieren hadden geen buitenren. De oudere hennen hadden (als gebruikelijk) pas laat gelegd. Hij voerde legmeel. De kuikens (sommige nog heel jong) hadden ruimte in de garage samen met wat tortelduiven (die had hij al vanaf zijn 12e).
Tot 1976 had hij krielen (eerst in Pekela) in de kleuren blauw, zwart, columbia, buff en wit, vervolgens grote witte. De grote zwarte hennen hierna wilde hij verbeteren met een witte U-haan (met gevolg o.a. berkenkleurige hanen). Ook de kleurslag gestreept kwam en ging na verbetering (grootte) met zwart. Uiteindelijk kwam (via Molderman) de kleurslag buff (waarmee de buff columbia werd gecreëerd) en later rood. De eigrootte was opvallend verschillend: klein bij rood en groot bij buff. Het uitbroeden doet hij zelf in zijn drie broedmachines. Onder genot van een glas werd nog even gesproken over het verleden en zijn artikel voor het clubblad. Bert adviseerde om biggenturf (tegen staartbijten bij biggen) te gebruiken tegen verenpikken. Hierna (inmiddels 16.00 uur) loodste hij ons naar het centrum waar in een woning boven zijn winkel de heer Smit woonde. We werden ontvangen met ijs en bekeken de hokken in de “achtertuin”, eigenlijk een binnentuin achter de winkelstraat en begrensd door het ziekenhuis. De tuin zelf was een oase van vaste planten, struiken en bomen. De vier ruime hokken hadden geen uitloop de tuin in en werden bevolkt door witte en zwarte Wyandotte kriel; ook enkele grote witte maar een deel zat bij zijn zwager. De pootkleur van de hanen was duidelijk bleker dan die van de hennen. Dit jaar had hij zo’n 50 kuikens gefokt. Zijn hobby was al een 60 jaar geleden begonnen, echter de Wyandotte was pas een dertigtal jaren zijn ras. Begonnen met patrijs vervolgens columbia en buff columbia (grote samen met de heer Wermeskerken).
Op het balkon praatten we nog even na onder het genot van een drankje en een hapje over het probleem van de opfok van jonge hanen en hoe de onderlinge agressiviteit tegen te gaan. Het meest wordt er voor gekozen om ze bij een oude haan te zetten. Overigens kunnen jonge hanen vaak goed samen opgroeien wanneer ze van jongs af aan bij elkaar zijn (en niet tussendoor de groepssamenstelling wijzigen). Rond 17.00 uur nemen we afscheid en reden we richting Onstwedde waar we op bezoek gingen bij de heer v.d. Heide. Deze woont al 18 jaar aan de rand van het dorp in een vrijstaande woning met 42 are grond, vnl. weide, waarop ook zijn schapen rondliepen. Hij fokt al meer dan 25 jaar, eerst van alles wat (6 – 7 rassen) daarna alleen nog Wyandotte in de kleurslagen meerzomig zilverpatrijs, wit, buff columbia (ook blauwgetekend), columbia (ook blauwgetekend). In de deel bij het huis zaten de zes foktoomhokken en een afdeling etagehokken waar de kuikens (hij gebruikt een eigen broedmachine) hun eerste weken doorbrengen. De grote schuur wordt in die tijd gebruikt voor zijn schapen. Later mogen de jonge dieren erbij. In het algemeen gaan de oude fokdieren jaarlijks weer weg. Op de vloer lagen naast houtvezel ook tabakstengels om eens uit te proberen of dit helpt tegen bloedluis. Hij spuit bovendien Lurectron hiertegen. Hij fokte zo’n 150 kuikens en wilde komend jaar de kleuren wit en buff columbia inruilen voor zilver zwartgezoomd. Na koffie en frisdrank was het inmiddels 18.45 uur en vertrokken we naar Nieuw Buinen waar Harm Timmer, onze secretaris, woont. Zijn nieuwbouwhuis (vrijstaand op ongeveer 1200 m2 was grotendeels klaar maar de achtertuin en de hokken moesten nog onder handen genomen worden. De bouwplannen lagen er al. Nu moest hij zich behelpen met één grote ren en een schuurtje met een aantal afdelingen en enkele etagehokken. Harm fokt al 25 jaar en begon met columbia, tussendoor een jaartje grote zilvers, nu zwart, rood, meerzomig zilverpatrijs, zilver en goud zwartgezoomd, parelgrijs. Hij had ca. 100 kuikens.
We genoten hier van een heerlijke barbecue verzorgd door zijn echtgenote. Nog voor middernacht was ik weer thuisgebracht door Peter, die pas rond 01.30 uur z’n bed kon opzoeken.
Het was weer een leerzame dag met veel interessante gesprekken. De filmopnamen die we hebben gemaakt zullen op de jaarvergadering worden getoond. Nogmaals dank ik iedereen die aan deze dag heeft meegeholpen.
Han Schellekens