Foto's gemaakt door Han Schellekens.
Hokkenbezoek in Noord Holland.
Jaarlijks trekt uw bestuur er een dagje op uit om een aantal leden te bezoeken en te praten over onze hobby. Dit keer op zaterdag 26 juni was het al vroeg starten voor Bert Wargerink. Om 06.30 uur reed hij richting Lichtenvoorde om Bennie Wittenbernds op te halen. Bertie Frenken moest verstek laten gaan; hij kwam juist deze dag terug van vakantie.
Half acht waren ze in Didam en kon ik instappen; de korte broek ging mee (Bennie was ondanks de bewolking al zo optimistisch om deze aan te hebben). Het werd een lange rit, helemaal naar de kop van Noord Holland, vlak bij Den Helder.
Om 09.45 uur kwamen we aan in Julianadorp, de zon scheen volop. We waren de eersten maar al snel zagen we Leo van Wetering en Bertus Zomer gezamenlijk arriveren en niet veel later was ook Harm Timmer present. Ons eerste adres was bij Stef v.d. Berg, niet bij zijn huisadres maar bij zijn bedrijf: tuincentrum Groenrijk. Op de ruime parkeerplaats vóór de ingang stond een hele rij identieke kippenhokjes te koop waaraan steeds een rennetje was gebouwd. In elk zat een trio kippen, niet alleen Wyandotten. Stef probeert hier het houden van kippen te promoten in samenwerking met een bedrijf dat de hokjes bouwt. Door de stand van de zon was de opstelling niet zo gelukkig en we adviseerden om wat meer aandacht te besteden aan de aankleding met wat groen.
Hij probeerde o.a. de kleurslag roodporselein met zwart te kruisen. Ook bij de kleurslag roodporselein (net als bij rood) is de grondkleur aan discussie onderhevig. Stef fokt nog niet zo lang en, zoals hij zelf toegeeft, veel te veel kleurslagen (hij vindt teveel kleuren mooi). Het liefst wil hij echter met roodporselein naar de tentoonstellingen.
Op het parkeerterrein is ook nog een grote uitloop met hok en automatische schuif. Hier komen straks de jonge dieren in. Aan de bovenkant is alles afgedekt met een net.
In de opslagruimte van het bedrijf zien we een grote broedmachine (Econoom voor ca. 400 eieren) in bedrijf met daarnaast een uitkomkast. Hij heeft nog wat moeite om de eieren in de machine goed vast te leggen zodat het keren goed verloopt. We hebben nog enkele tips voor hem. Naast de Wyandotte fokt hij ook nog het ras Bassette. Naast/achter het bedrijf staan een paar kippenhokken met verscheidene afdelingen. Voer is er in ruime mate. Om het knoeien te voorkomen geven we nog wat tips om zelf voerbakken te maken (zie elders in dit clubblad). Even verderop staat een bouwkeet die helemaal in gebruik is voor de kuikens en de jonge dieren. De hokindeling gaat tot 5 etages hoog, elk met een oppervlakte van ongeveer 1 vierkante meter. Ook zijn er nog eens 12 etagehokken. Het krioelt er van de kippen, naar schatting zo’n 400 stuks.
We rijden met hem naar zijn huis in Callantsoog. Hij woont er met zijn gezinnetje in een vrijstaand huisje op 3500 m2 grond. Directe buren heeft hij niet. Vorig jaar is hij hier enkele tientallen kippen kwijtgeraakt in 2 avonden tijd door de vossen.
We nemen even pauze met een kop koffie en koek. Stef vertelt wat over het tuincentrum dat hij in samenwerking met zijn vader runt. Bij zijn huis zien we meerdere kippenhokken: 2 stuks met elk vier afdelingen en rennen en nog eens vier hokken. Ook heeft hij een groot dierenverblijf met geiten, hangbuikzwijnen en een ezel. Om werk zit hij echt niet verlegen, er valt genoeg te doen.
Het is inmiddels eind van de ochtend en zo’n 24 oC, we besluiten verder te gaan. Het aantal toeristen valt mee, geen files richting strand. Onderweg veel bollenvelden en anemonen in bloei; hier geen maïsvelden zoals in het oosten. We rijden naar Den Helder, naar Paul Koopman. Paul woont in een tussenwoning met een redelijk diepe tuin. Hij heeft al 38 jaar Wyandottes en begon met een paar witte. In 1981 ging hij met keurmeester Jan Meyer (Den Helder) naar Ornithiphilia bij dhr. Smink. Deze adviseerde te kruisen met witte Barnevelders. Nog steeds ziet hij hier iets van terug bij sommige dieren. Verder kruiste hij in het verleden meerdere kleuren waaruit o.a. koekoek kwam. Die koekoek weer met wit gekruist; de beenkleur was inmiddels goed voorruit gegaan maar het formaat van de dieren werd wel eens wat groot.
We genieten van het zonnetje en de dieren die Paul op het terras heeft neergezet met een tentoonstellingskooi al blijken ze zo handtam dat deze niet echt nodig is. Zijn echtgenote voorziet ons van een heerlijk broodje met koffie.
Paul vertelt dat hij ook al eens voor keurmeester heeft gestudeerd; de theorie ging altijd prima. Hij let met name op een goede beenkleur, brede pennen en mooie kammen. Door de koude winter fokte hij dit jaar zo’n 40 stuks (beide fokhanen wilde niet bevruchten) en daarnaast nog eens 60 Barnevelders, de keuze van zijn vrouw. Hij werkt altijd met 2 lijnen (jong x oud). Het inkruisen van Barnevelders heeft hij later niet meer toegepast; volgens Bert krijg je er ook langere vleugelpennen door.
Hij heeft zelf twee broedmachines en had dit jaar plotseling last van coccidiose (hij gebruikt hier tegen ESB 3, dat echter anders van samenstelling is geworden).
Om de dag lopen de dieren op het grasveld in de tuin, hij ring overigens alleen de dieren waar hij vertrouwen in heeft. We bekijken de hokken (vier afdelingen voor de Wyandottes en één hok voor de Barnevelders) in de tuin. Naast de witte kleurslag zit er ook nog een gestreepte hen, deze liet zich echter niet treden door de witte haan.
Om kwart over een nemen we afscheid en rijden naar Wieringerwerf. Onderweg zien we graanvelden, aardappelen, bieten, kool en zelfs wat maïs. Irma van Veldhuisen had ons vandaag niet verwacht, ze ging er van uit dat we pas de volgende maand zouden komen. Desondanks kan er wat worden geïmproviseerd al blijkt haar man druk met ander bezoek. Irma woont op een boerderij met 4 ha. grond en vele stallen. Het eerste dat ons opvalt zijn enkele zeer ruime rennen met in elk een toom kippen (Barnevelder, Noord Hollandse Blauwe, Lakenvelder, Maranz). Naast het huis een flik terrein met veel water waar meerdere rassen sier- en watervogels gehuisvest zijn. In een van de stallen daarnaast zitten sierduiven Hollandse Kropper, Oud Hollandse Meeuw en postduiven). Ze hebben hier veel last van eksters, kraaien, havik en kiekendief. Ook is de vos al een aantal keren op bezoek geweest.
In een andere stal vinden we zo’n 10 afdelingen met foktomen, daarnaast zitten er ook (volwassen) Wyandottes in een vijftal buitenhokken. Haar dieren blijven altijd binnen. Ze heeft de kleurslagen zilver zwartgezoomd, goud blauwgezoomd, goud zwartgezoomd, meerzomig rood-, zilverpatrijs, meerzomig patrijs, wit zwartcolumbia, wit blauwcolumbia, allen in kriel. De eieren worden in de eigen broedmachine gelegd; aantallen durft ze niet te schatten.
Toen ze (ruim) dertig jaar geleden begon werd er nog ingestuurd naar tentoonstellingen, tegenwoordig nauwelijks meer. Ze heeft in de loop der jaren ook de kleurslagen wit, zwart, gestreept en zalm gehad.
In weer een andere schuur vinden we hun stamboekgeiten. Manlief blijkt enkele Limburgers op bezoek te hebben die er een willen aanschaffen. Tenslotte wordt nog een andere hobby van haar man bewonderd. Hij maakt sinds een aantal jaren prachtige schilderijen van uiteenlopende diersoorten.
Kwart over drie rijden we richting Obdam; onderweg veel windmolens. Hier woont Wim Hoogzaad in een vrijstaand oud huis (zelf opgeknapt) met zo’n 5400 m2 grond en water. Om het perceel loopt een brede sloot vol vis waarvan de helft bij zijn terrein hoort. Hij fokt wit, wit zwartcolumbia en wit blauwcolumbia (kriel). Hij is bijna 40 jaar geleden begonnen en heeft ook meerzomig (blauw)patrijs en grote witte gehad.
Wim heeft een eigen broedmachine maar de bevruchting viel tegen (slechts een 25-tal kuikens). Inspectie van de hokken leert dat mogelijk luis de boosdoener is. Vlakbij het huis staan twee hokken met totaal drie afdelingen. Om en om kunnen de dieren op het gazon lopen.
We genieten nog even van de zon onder het genot van een glas fris en een lekkere koek. De discussie gaat over de bestrijding van bloedluis met Diatomee aarde en Zeofree. Het blijkt dat de TomTom ons via een omweg hierheen heeft geleid (snelweg, maar volgens Leo voor de sightseeing). Bennie wijst bij de columbia’s nog eens op de halstekening.
Verder van het huis lopen de jonge dieren samen met een paar geiten op een mooi onderhouden stuk grasveld. Naast het geitenhok zijn er nog twee hokjes voor het jonge spul. Alles ziet er keurig verzorgd uit. Helaas begint de tijd te dringen dus moeten we weer afscheid nemen en gaan richting Oterleek (onderweg zien we pioenrozen) waar we om kwart over vijf aankomen bij de boerderij van Aldert Dekker, of eigenlijk: de boerderij van zijn vader. Aldert woont in de boerderij ernaast maar de koeien, die gemolken moesten worden, lopen hier.
Er zijn 60 koeien waarvan er 53 melk geven. Bij de boerderij ligt ca. 18 ha, verderop nog eens 50 ha. Bert begint een discussie over de melkprijzen terwijl de rest vast het hok bekijkt met Lakenvelders (van vader) en Wyandotte krielen wit zwartcolumbia (2 foktomen). In de schuur zijn vijf afdelingen met elk een ren naar buiten onder de bomen.
Hij is niet erg tevreden over zijn fokstam. De hanen vallen mee maar de hennen niet. We adviseren om op zoek te gaan naar andere dieren want hier zien we niet veel heil in. Let op de breedte van de vleugelpennen. Zijn hennen slaan erg door.
Met zijn eigen broedmachine heeft hij ruim 20 kuikens uitgebroed die in een andere (stal)ruimte lopen (2 afdelingen) samen met de jonge Lakenvelders. Aldert heeft nog wel eens moeite om bij het ringen het verschil tussen haan en hen te ontdekken waarop Bertus hem een tip geeft (eerste zadelveren). Veel dieren hebben nogal wat doorslag.
In het verleden heeft hij ook nog wit blauwcolumbia gehad waarop Bennie de uitspraak doet dat bij het paren van blauw x blauw de wit zwartcolumbia nakomelingen intensiever getekend zijn (zijn ervaring).
Uiteindelijk kijken we natuurlijk ook nog even bij de koeien en krijgen uitleg over het automatische voersysteem dat per koe is afgesteld.
Uiteindelijk nemen we afscheid en eten nog wat in een restaurantje in de buurt. Het was een lange dag waarbij we vooral veel fokkers met tips terzijde hebben kunnen staan.
En zo eindigde een leerzame dag. Voor mij was het inmiddels ver na tienen, maar Bert was niet voor 23.00 uur thuis.
Nogmaals allemaal bedankt voor de gastvrijheid.
Han Schellekens